April 2020 - Hoge Raad ten aanzien van doorgeven order, 06 May 2020

De Hoge Raad heeft zich op 24 april jl. uitgelaten over de vraag of het doorsturen van een aanvraagformulier door een tussenpersoon aan Dexia kan worden gekwalificeerd als het doorsturen van een effectenorder. Volgens de Hoge Raad dient het Hof Den Bosch dit standpunt nader te beoordelen aan de hand van door de Hoge Raad gegeven uitgangspunten.

 

De Hoge Raad heeft in de uitgangspunten een tweetal aspecten benoemd die van belang zijn bij de vraag of inderdaad sprake was van het (vergunningsplichtig) doorgeven van een effectenorder. Ten eerste moet sprake zijn van uitvoerbaarheid van het door Dexia en de tussenpersoon gebruikte aanvraagformulier en dient dus sprake te zijn van een voldoende bepaalbare opdracht. Ten tweede benoemt de Hoge Raad dat van belang kan zijn dat de overeenkomst met een afnemer pas later tot stand kwam als die al tot stand kwam. Daarvoor waren immers nog andere handelingen benodigd. Die vraag laat de Hoge Raad open en geeft daarbij aan dat het Europese Hof van Justitie daar wellicht duidelijkheid over zal moeten geven. Kortom, de Hoge Raad heeft geen inhoudelijke uitspraak gedaan, maar heeft geconcludeerd dat de toelichting die eerder werd gegeven door het Hof in Arnhem onvoldoende was. Vooralsnog bestaat er zodoende nog geen zekerheid over de vraag of het aanvraagformulier als ´order´ kan worden gezien. Dexia ziet de uitspraak van het Hof Den Bosch met vertrouwen tegemoet, mede in het licht van de andere recente uitspraken die op dit punt in het voordeel van Dexia zijn gewezen.

Link naar de vonnissen

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2020:809